Iedereen heeft zo z'n voorkeur voor een wintersportland. Janinke was vol lof over Oostenrijk, Thijs vond Frankrijk het beste wintersportland, maar zij snappen er duidelijk helemaal niks van. Als ik op vakantie ga, dan laat ik Frankrijk links liggen en rijd ik zo hard mogelijk door Oostenrijk of Zwitserland heen om vervolgens uit te komen in - jawel - Italië. Laat de rest maar naar de andere Alpenlanden gaan, wij Italië liefhebbers weten wel waarom een wintersport in dit land van zon, pizza en wijn het beste ooit is. La dolce vita in de winter!
#1. Het heerlijke eten
Als ze ergens weten wat lekker eten is, dan is het in Italië. Zelfs de meest simpele pasta toveren ze om tot een gerecht waar je je vingers bij aflikt. En dan heb ik nog niet eens gehad over de pizza's, die ook op de berg vaak uit de met hout gestookte oven komen. Naast de Italiaanse klassiekers raad ik je aan de lokale specialiteiten als canederli, strangolapreti en krapfen te proberen. En vergeet ook fijne kaasjes en salamiworstjes niet...
#2. De vele zonuren
De zon schijnt nu eenmaal meer in het zuiden en zeker tijdens de wintersport is dat heerlijk. Afdalen in het zonnetje is gewoon veel fijner dan in de dikke mist. En tussendoor even uitrusten in een ligstoel of een drankje doen op een zonnig terras, wat is er nu beter dan dat?
#3. De strak geprepareerde pistes
In andere Alpenlanden zie of voel je nog regelmatig de 'overgangen' van de pistenbully. Soms liggen er zelfs ijsklonten op de afdaling. In Italië proberen de pistemannen elke afdaling eruit te laten zien als een glad biljardlaken; je ziet niet hoe breed de pistenbully is geweest die het geprepareerd heeft. De ribbels sluiten perfect op elkaar aan en hobbels en bobbels zijn elke dag weer keurig weggewerkt. Ook graven ze net even dieper met de achterkant van de bully, waardoor ijsplaten veel minder voorkomen.
#4. Alleen skileraren van het hoogste niveau
Skileraar is in Italië een beroep met aanzien en dat is niet voor niets. Voordat je je hier 'Maestro di sci' mag noemen en daadwerkelijk op de pistes les mag geven, moet je alle examens van een zware opleiding met succes hebben afgerond. In totaal duurt dit minimaal 2 jaar. In andere landen kun je vaak na 10 dagen opleiding al aan het werk, waarna je vervolgopleidingen kunt gaan volgen. Dit doen zeker niet alle skileraren. In Italië daarentegen ben je verzekerd van een skileraar van het hoogste niveau mét een charmant Engels accent!
#5. De mooiste uitzichten
Oké, bergen zijn altijd mooi, maar er zijn bergen en bérgen. En in Italië zijn heel veel echt stoere bergen. Denk hierbij aan de imposante rotsformaties in de Dolomieten, maar ook de hoge kanjers als de Monte Rosa en Monte Bianco (Mont Blanc). Skiën met uitzicht op deze bergen geeft je wintersport absoluut wat extra's.
#6. Er is altijd sneeuw
Na punt #2. dacht je vast: "Ja duhuh zon, om te skiën heb je ook sneeuw nodig!" en dat is natuurlijk helemaal waar. Gelukkig valt er ook regelmatig een flink pak sneeuw aan de zuidkant van de Alpen, en sommige jaren was dit zelfs meer dan aan de noordkant. Maar laat de natuursneeuw het afweten, dan is er helemaal niets aan de hand. Het idee van de eerste sneeuwkanon ontstond in 1983 in het Italiaanse Zuid-Tirol en nog steeds lopen de Italianen voorop in de productie en ontwikkeling van kunstsneeuw en zijn zij meesters op dit gebied. De meeste skigebieden kunnen binnen enkele dagen hun afdalingen voorzien van voldoende kunstsneeuw om te openen.
#7. Betaalbaar
Op de pistes in Italië lunch je relatief goedkoop en bovendien heel erg lekker. Een simpele pasta bestel je voor 6 of 7 euro en voor een goed stuk vlees met bijgerecht betaal je niet meer dan 15 euro. Ook de accommodaties zijn over het algemeen net even vriendelijker geprijsd dan in de omliggende landen.
#8. Geen krokusvakantie
Italiaanse scholen kennen geen vakantie in februari of maart. Vanaf de kerstdagen tot en met de eerste week van januari hebben de meeste Italianen vrij en is het vaak druk in de skigebieden. Maar tijdens onze krokusvakanties is het - zeker in de onbekendere gebieden - meestal veel rustiger dan in bijvoorbeeld Oostenrijk.
#9. Lekkere wijn
Moet ik deze reden nog verder toelichten? Ik denk het niet hè? In Italië bestel je voor weinig geld de heerlijkste wijnen, zelfs bovenop de berg. Want een Italiaan verwacht goede wijn, overal en altijd. Daar kun jij dan lekker van meeprofiteren. Probeer eens een Lagrein of Marzemino!
#10. De bombardino
In Italië hebben ze hun eigen versie van een warm alcoholisch drankje voor tijdens of na het skiën: de bombardino. Deze kleine calorieënbom is een gele eierlikeur met een flinke toef slagroom. Alleen al voor dit drankje zou je een keertje in Italië op wintersport moeten gaan...
Heb jij nog aanvullingen op de bovenstaande lijst? Laat dan een reactie achter.