Met name aan het begin van het wintersportseizoen, merk je duidelijk dat er kunstsneeuw op de piste aanwezig is. Soms slingeren er zelfs een paar witte aders door een volkomen groen landschap. Snowplaza heeft de kunstsneeuw die uit de sneeuwkanonnen komt onder de loep genomen. Wat is het verschil met normale sneeuw? Hoe schadelijk is kunstsneeuw voor het milieu? En op welke sneeuw is het fijner skiën? Deze en tal van andere vragen worden beantwoord in dit weblog.
Het verschil tussen kunstsneeuw en natuursneeuw zit in de vorm. Natuurlijke sneeuwkristallen hebben zes hoeken, waardoor ze aan elkaar blijven kleven en vlokken vormen. Kunstsneeuw daarentegen is eerder rond of bolvormig en blijft niet aan elkaar plakken. Waterdruppeltjes worden met hoge snelheid door het kanon geperst, waarna deze vernevelen en als sneeuw op de piste vallen. Natuursneeuw valt van een grote hoogte naar beneden en heeft veel langer de tijd om tot een grotere vlok te komen met lucht tussen de diverse kristallen.
Op beide type sneeuw kun je goed skiën. Kunstsneeuw bestaat alleen wel voor een groter gedeelte uit water. Door het grotere aandeel water, wordt sneeuw gemaakt door machines een stuk sneller ijzig. De beruchte ijsplaten op de piste ontstaan dus voor een groot gedeelte door bevroren kunstsneeuw. Daarentegen smelt kunstsneeuw langzamer en kun je op de aangemaakte variant een hogere snelheid behalen. Hou je van carven en de bochten strak aansnijden, dan ben je helemaal in je element op kunstsneeuw.
Iedere wintersporter hoopt op een vroege inval van de winter met veel sneeuw. Mocht de sneeuw op zich laten wachten, dan is het in ieder geval van belang dat het koud genoeg is. Voor de productie van kunstsneeuw dient de temperatuur onder het vriespunt te liggen. Ideaal is een langere periode met kou, zodat de sneeuwproductie effectief is en de sneeuw niet direct oplost in de lucht of transformeert in water. Ook de luchtvochtigheid is van belang: hoe lager, hoe beter.
Net als natuurlijke sneeuw bestaat kunstsneeuw volledig uit bevroren water. Chemicaliën of andere kunstmatige toevoegingen zijn in Oostenrijk, Duitsland en Italië verboden. In Frankrijk en Zwitserland voeg men soms bacteriën toe, zodat er ook sneeuw bij temperaturen boven nul kan worden geproduceerd. Deze methode is echter omstreden, vanwege de gevolgen voor het milieu.
Natuursneeuw blijft door de geringe dichtheid minder lang koud en smelt sneller dan ons poederliefhebbers lief is. Kunstsneeuw is een stuk compacter en heeft hiermee een schild tegen stijgende temperaturen. Helaas is het nog niet mogelijk om fijne poedersneeuw te produceren met een sneeuwkanon. Er is nog geen oplossing om de hoge dichtheid van kunstsneeuw tegen te gaan. Voor fijne poedersneeuw dien je nog altijd het weerbericht goed in de gaten te houden.
De productie van kunstsneeuw kost veel energie en stoot hierdoor de nodige broeikasgassen uit. Ook de infrastructuur voor de aanmaak van kunstsneeuw heeft impact op de omgeving. Naast elektriciteit is er ook veel water nodig, zo'n 10 liter per seconde. Dit water wordt het hele jaar door onttrokken uit rivieren en meren, waardoor er op sommige plaatsen in de natuur een watertekort ontstaat. Bassins voor de opslag van water en leidingen voor het transport hebben hun weerslag op de schoonheid van de natuur en kunnen leiden tot erosie. Daarnaast hebben gevoelige bergplanten door de langere aanwezigheid van sneeuw minder tijd om tot bloei te komen, waardoor zij bedreigd kunnen raken.
Met de klimaatveranderingen is het niet meer vanzelfsprekend dat skigebieden van november tot en met mei geopend blijven. Maar wanneer Moeder Natuur het niet toelaat, zorgt kunstsneeuw ervoor dat skigebieden toch hun liften kunnen openen. De grote dichtheid van kunstsneeuw zorgt er ook voor dat de kwaliteit van de pistes langer optimaal blijft. Een onderlaag van kunstsneeuw is dus ideaal aangezien het langer voorkomt dat stenen en gras tevoorschijn komen op de pistes. Maar zelfs in het hoogseizoen kunnen we bijna niet meer zonder sneeuwkanonnen.
Sneeuwkanonnen en sneeuwlansen zijn inmiddels gemeengoed in de skigebieden van de Alpen. Reden is dat de klimaatverandering in sommige regio’s goed te merken is. Eind november tot midden januari is een belangrijke periode voor skigebieden en deze zijn niet langer geheel sneeuwzeker. Met name skigebieden die lager zijn gelegen en dalafdalingen moeten kunstmatig worden besneeuwd om wintersport mogelijk te maken. Alleen op deze manier kun je aan het eind van de zomer met een gerust hart je wintersport boeken. Sneeuwgarantie aan het begin van het seizoen is alleen mogelijk met de inzet van kunstsneeuw.
Tijdens de wintersport staat Thijs het liefst ’s ochtends als eerste bij de lift en komt hij als laatste weer beneden. Tussendoor is er altijd tijd voor een goede Apfelstrudel of Schnitzel. Ook de après-ski slaat hij niet over.
