Autorijden in de Alpen is anders dan in Nederland. De bergwegen en winterse omstandigheden vragen daarom niet alleen om een andere manier van rijden, maar ook om een andere verzorging van de auto. Sneeuw houd je het liefst buiten en ook zijn er een aantal onmisbare items om mee te nemen naar je skibestemming. Dus: hoe overleeft je auto de wintersport? In dit artikel een aantal handige tips.
1. Naar de garage voor een wintercheck
De auto is veruit het meest populaire vervoersmiddel van en naar de skigebieden. Maar voordat je bolide gereed is voor vertrek, is het verstandig om nog even een wintercheck in te plannen. Die honderden kilometers in hoogstwaarschijnlijk winterse omstandigheden wil je natuurlijk wel veilig afleggen. Ga daarom even langs de garage om te laten controleren of alles in orde is. Denk aan het oliepeil, een accucheck, de staat van de ruitenwissers en de remmen. Staat de auto nog op zomerbanden? Laat die dan meteen verwisselen voor winterbanden!
2. Winterbanden en sneeuwkettingen
We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: ga nooit op wintersport zonder winterbanden én sneeuwkettingen. Nog altijd reizen veel Nederlanders zonder naar de skigebieden en dat is echt niet verstandig. De rubbersamenstelling van winterbanden (compound) is zachter, waardoor je tijdens winterse omstandigheden profiteert van optimale grip en rijcomfort. Bovendien hebben de banden extra profiel voor meer grip. Sneeuwkettingen bieden nog meer grip als de weg bijvoorbeeld bedekt is met sneeuw en/of ijs. Naast dat winterbanden en sneeuwkettingen zorgen voor extra veiligheid, zijn ze ook nog eens op veel plaatsen verplicht.
3. Rubberen vloermatten
Sneeuw, vocht en strooizout zijn niet zo goed voor je auto, maar op wintersport ontkom je er bijna niet aan dat je ze alle drie ook mee naar binnen neemt. Een tip is daarom om je gewone vloermatten om te wisselen voor rubberen vloermatten. Sneeuw en zout drogen op en trekken niet in je bekleding. Na thuiskomst wissel je alles weer om en maak je de matten schoon met een sopje. Dit soort matten zijn er trouwens ook voor in je achterbak.
4. Neem een zeil, deken en oude handdoek mee
Zoals je bij punt 3 hebt kunnen lezen, zijn zout, sneeuw en vocht geen fijne combinatie voor je auto. Neem daarom een (oude) handdoek mee om spullen mee af te drogen en een zeiltje om natte spullen op te leggen. Ga je met de auto naar de piste en heb je geen skikoffer? Neem dan ook een oude deken mee, zodat de scherpe kanten van je ski’s de bekleding niet kunnen beschadigen.
5. Een ijskrabber, schepje en bezempje/borstel
De volgende punten op de meeneem-lijst zijn essentieel voor het sneeuwvrij maken van je auto. De kans op verse sneeuw en vrieskou zijn nu eenmaal groot tijdens de wintersport! Heeft het 's nachts flink gesneeuwd of heeft de auto een aantal dagen stilgestaan in een sneeuwbui en is het tijd om op pad te gaan? Graaf de auto eerst rondom uit met een schep en borstel daarna de sneeuw eraf. Met de ijskrabber maak je de ramen vervolgens ijsvrij. Verwijder alle sneeuw van de auto en vergeet het dak niet mee te nemen. Handige tip is om dit trio tijdens je verblijf in de accommodatie te bewaren.
6. Klop je schoenen af voordat je instapt
Ligt er sneeuw en heb je daar doorheen gelopen? Klop voor je instapt je schoenen af. Niet tegen de dorpel, maar door je schoenen een paar keer tegen elkaar te kloppen.
7. Maak de auto sneeuwvrij voordat je de deur opent
Klinkt natuurlijk heel logisch, maar er zijn genoeg automobilisten die zonder na te denken de deur van een besneeuwde auto openen. Niet doen! Maak de auto eerst sneeuwvrij. Anders ligt alles in de auto, in plaats van buiten op de grond.
8. Parkeer niet te dicht bij de skilift
Natuurlijk sta je het liefst zo dicht mogelijk bij het dalstation van de skilift, zodat je niet zo ver met al je spullen hoeft te sjouwen. Toch is mijn tip: doe het niet. Parkeer liever iets verder weg op een ruimer plekje. Zo lopen er minder mensen met hun materiaal langs je auto en kun je eventuele krassen en andere beschadigingen voorkomen.
9. Neem voldoende ruitenvloeistof mee
Wie met de auto op wintersport gaat, zal merken dat er onderweg meer gesproeid moet worden. Op de wegen van en naar de skigebieden wordt veel zout gestrooid en als het wegdek nat is, spat dat allemaal tegen de ruit van je auto. In een mum van tijd is die bedekt met een grijze waas en moet je weer sproeien met ruitenvloeistof. Neem daarom een extra jerrycan mee en kies voor een variant die tegen temperaturen van minimaal -20 kan.
10. Neem schoonmaakdoekjes en vuilniszakjes mee
Gemiddeld zit je al snel zo'n 10 uur in de auto als je met de auto op wintersport gaat. Daarom staan we voor vertrek eerst een paar uur in de keuken om een complete picknick samen te stellen. Belegde broodjes, gekookte eieren, fruit, krentenbollen, snoepjes... We weten goed hoe we voor onszelf moeten zorgen! Maar zorg ook voor je auto in dit geval. Neem kleine vuilniszakjes mee voor afval onderweg en ook een pak schoonmaakdoekjes kan handig zijn. Zo houd je de auto netjes en schoon.
11. Bereid je voor op rijden in de sneeuw en in de bergen
Rijden in de bergen is heel anders dan thuis in ons platte kikkerlandje. Stijgen en dalen, kronkelige bergpassen, wegen bedekt met sneeuw en/of ijs: het vraagt om een aangepaste manier van autorijden. Belangrijk is om goed voorbereid de weg op te gaan. Oefen thuis alvast een keer op de hellingproef en lees onze tips voor veilig rijden in de bergen.