Als je met de auto op wintersport gaat ontkom je er niet aan: rijden in de bergen. Voor sommigen is het het leukste stukje van de reis, terwijl anderen met klotsende oksels de laatste 20 haarspeldbochten naar de wintersportbestemming afleggen. Wij geven je tips over het rijden in de bergen.
In dezelfde versnelling klimmen en dalen
Bij het rijden in de bergen is het belangrijk dat je in de juiste versnelling rijdt. Schakel op tijd terug naar een lagere versnelling indien je merkt dat de auto minder goed trekt en je toerental daalt. Bij bergritten ligt het ideale toerental bij benzineauto’s tussen de 3000 en 4000 toeren en bij dieselauto’s tussen de 2000 en 3000 toeren. Klimmen in een te hoge versnelling zorgt ervoor dat je motor te warm kan worden. Ook bij het dalen is het belangrijk dat je niet in een te hoge versnelling rijdt, houd als stelregel: in dezelfde versnelling dalen als klimmen. Op deze manier remt je auto af op de motor en kom je niet met oververhitte remmen in het dal aan. Indien je nog te veel snelheid hebt tijdens het dalen kan je terugschakelen naar een lagere versnelling. Laat je auto absoluut nooit in z’n vrij naar beneden rollen, dit is erg gevaarlijk. Besef dat dalen gevaarlijker is dan klimmen en dat je een stuk harder moet remmen dan wanneer je op een vlakke weg rijdt.
Haarspeldbochten: kijk naar boven en beneden
Schakel zowel bij het klimmen als dalen terug naar een lagere versnelling. Haarspeldbochten neem je meestal in de 2e versnelling, soms bij hele smalle, steile wegen in de 1e versnelling. Kijk bij het klimmen, voor je een haarspeldbocht instuurt, altijd omhoog naar de weg, en bij het dalen naar de weg onder je, om te zien of er tegenliggers aankomen. Zo voorkom je dat je ineens klem staat naast een bus of vrachtwagen in een bocht. De regel is dat stijgend verkeer voorrang op dalend verkeer, maar dit is uiteraard situatie afhankelijk.
Je eigen weghelft
Indien een bergweg breed genoeg is, blijf dan altijd netjes in het midden van jouw rijbaan, ook in de bochten. Locals zijn nogal eens gewend de wegen af te snijden op de verkeerde weghelft, wees hier op voorbereid. Indien een bergweg zo smal is dat je er niet of nauwelijks elkaar kan passeren, neem dan snelheid terug op onoverzichtelijk stukken. Rijd je op een weg waar je elkaar niet kan passeren, onthoud dan altijd goed waar de bredere stukken in de weg zijn. Komt er een tegenligger, kijk dan wie het dichtst bij een breder stuk is, de regel dat stijgend verkeer voorrang heeft gaat dan vaak niet meer op.
De ideale bergauto
In de Alpenlanden zie je veel locals in een 4x4 aangedreven auto rijden. Logisch, deze auto’s klimmen veel beter en rustiger. Je ziet soms een oude boer offroad rijden in z’n 4x4 panda, geweldig! Echter is een panda natuurlijk niet zo’n prettige reiswagen. Een voorbeeld van een fijne reiswagen mét 4x4 is de Subaru Forrester. Met deze wagen is geen berg te hoog en geen Alpenland te ver! Lees meer over de Subaru Forrester >>