Steeds meer ervaren skiërs zoeken uitdagingen buiten de afgebakende skipistes en gaan skitoeren door het hooggebergte maken. De Zwitserse Alpen lenen zich daar bij uitstek voor. Uren bergop zwoegen met stijgvellen onder de ski’s en daarna die droomafdaling maken door de maagdelijke, ongeprepareerde sneeuw. Het mooiste van de alpine skisport. Maar begin alleen aan zulke tochten als je een goede lichamelijke conditie en een goede skitechniek hebt en de nodige veiligheidsmaatregelen in acht neemt.
Een goede voorbereiding
Weet waar je aan begint als je een skitoer gaat maken. Het is lichamelijk zwaar, want de tocht speelt zich doorgaans op grote hoogte af en vergt flink wat uren lopen op ski’s. Kennis over de gevaren van het hooggebergte, zoals extreme weersomstandigheden en lawines, is een must. Daar komt nog eens een voor skitoeren aangepaste uitrusting bij, met sonde, stijgvellen, pickel, schep en lawinepieper. Veiligheid staat voorop en daarom is het aan te raden altijd met een gediplomeerde gids in groepsverband op stap te gaan. Zijn al die voorwaarden vervuld, dan kun je je opmaken voor een unieke ski-ervaring in een vriendschappelijke sfeer.
Van instaptoer tot Haute Route
De Zwitserse Alpenclub SAC, tevens beheerder van meer dan 150 berghutten in de Zwitserse Alpen, biedt een breed pakket meerdaagse skitoeren onder leiding van gidsen aan in samenwerking met plaatselijke bergscholen. Ook zijn er enkele gespecialiseerde bergscholen met een eigen programma. Al naar gelang de gekozen route wordt overnacht in berghutten of berghotelletjes. Ruwweg zijn er tochten in drie categorieën: licht (beginnerscursussen en lichte tochten), middelzwaar en zwaar. In de tochtbeschrijving wordt altijd vermeld welk skiniveau vereist is. Zo kun je goed beoordelen of de tocht geschikt is. De zwaardere tochten vinden doorgaans in de maanden maart, april en mei plaats, de lichte ook wel in januari en februari. Tot de categorie “licht” behoren ook tochten met thema’s als “Gourmet- und Genusswoche”, een gecombineerde skitoer- en freerideweek voor ski en snowboard en een skitoerweek 50+. Bij de middelzware tochten duikt bijvoorbeeld die naar drie vierduizenders in het Wallis op en de variant Zermatt-Chamonix van de Haute Route. En onder de zware tochten de Haute Route Impériale.
Haute route, de klassieker
De klassieker onder de skitoeren is de Haute Route tussen het Zwitserse Zermatt en het Franse Chamonix, waar je je dagelijks op hoogten tussen de 3000 en 4000 meter beweegt. Het grootste gedeelte van de route ligt op Zwitsers grondgebied, in de berggebieden Matterhorn/Monte Rosa, Pigne d’Arolla, Grand Combin en Mont Blanc. De tocht kan in oost-westrichting of omgekeerd gemaakt worden. Daar staan ongeveer 6 dagen voor, maar er bestaan ook verkorte versies en routes vanuit andere zijdalen in het Wallis. Hartje winter is geen goed tijdstip om deze tocht te maken. De sneeuw op de zuidhellingen heeft dan niet voldoende draagkracht en het sneeuwpak dat over de gletsjerspleten ligt is nog te dun. Bovendien is het lawinegevaar in deze periode te groot. Ideaal zijn de maanden april en mei.
Informatie
Op www.MySwitzerland.com/winter (Wintertips/Ausrüstungstipps) is uitvoerige informatie te vinden over het maken van skitoeren, met waardevolle adviezen van de SAC over voorbereiding en uitrustingseisen, gedragsregels, lawine- en andere gevaren, kaartmateriaal. Adressen voor georganiseerde skitoeren: