In het Alpenweer hebben we het vaak over de noord- of zuidkant van de Alpen, ook wel de Noord-Alpen of de Zuid-Alpen genoemd. We zijn ons ervan bewust dat dit bij veel wintersporters wat vragen oproept. Want behoort je favoriete skigebied nu tot de Noord- of tot de Zuid-Alpen? Een belangrijke scheidingslijn vormt de Alpenhoofdkam, een aaneengeschakelde linie van de hoogste toppen van de Alpen. Grofweg loopt deze hoofdkam van oost naar west door Oostenrijk en Zwitserland. Voor de Franse Alpen geldt dat de hoofdkam van noord naar zuid verloopt. In dit artikel proberen we het wat verder te verduidelijken.
De Alpenhoofdkam
Voor het weer vormt de Alpenhoofdkam - de lijn met hoogste toppen van de Alpen - een belangrijke barrière. Zo kan het in Italië volop sneeuwen, terwijl er in Oostenrijk, niet eens zoveel noordelijker gelegen, bijna geen sneeuw valt. Aan de ene kant van de Alpenhoofdkam kan een meter sneeuw vallen, terwijl het aan de andere kant (nagenoeg) droog is. De Alpenhoofdkam wordt daarom ook wel een 'weerscheiding' genoemd. Het grootste effect heeft het wanneer de fronten haaks tegen de Alpenhoofdkam aan botsen. Simpel gezegd: komt het weer vanuit het noorden, noordwesten of noordoosten dan profiteren de noordalpen. Komt het weer uit het zuiden dan profiteren de zuidalpen. Bij (zuid/noord)westelijke winden profiteren de Franse Alpen het meest. Oostelijke winden hebben niet zoveel effect en brengen doorgaans ook niet veel neerslag mee.
Waarom heeft de Alpenhoofdkam zo'n effect op het weer
In tegenstelling tot ons vlakke landje, kan de lucht in de Alpen niet ongestoord van noord naar zuid stromen of andersom. Vochtige lucht wordt als het ware tegengehouden door de Alpen en omhoog gestuwd. Door het omhoog sturen koelt de lucht af, waardoor er bewolking en neerslag ontstaat. Pas nadat de lucht de Alpenhoofdkam is gepasseerd, daalt deze weer. Wat overblijft is een warme drogere lucht waarbij de wolken zijn opgelost (zogenaamde Föhn). Door het effect van de Alpenhoofdkam kan het dus zijn dat je in Italië op het terras in de zon bijna wegbrandt, terwijl het in Oostenrijk sneeuwt en koud is.
De noordkant van de Alpen: grootste deel Oostenrijk en Zwitserland
Voor de meeste Nederlanders is Oostenrijk als wintersportland favoriet. Het grootste gedeelte van Oostenrijk behoort tot de Noord-Alpen. Dit zijn de provincies Vorarlberg, Tirol, Salzburgerland en Steiermark. De provincies Osttirol en Karinthië behoren echter tot de zuidalpen. Het meest gunstige scenario voor sneeuw in Oostenrijk, is dus dat de fronten uit noord- noordwestelijke richtingen komen. Komt de wind uit het zuiden dan komt er meestal geen of weinig sneeuw en zeer waarschijnlijk föhn voor de Noord-Alpen. Dit laatste geldt niet voor de inneralpine Alpen waar ik later op terug kom. Ook het grootste gedeelte van de skigebieden in Zwitserland vallen onder de noordkant van de Alpen. Alleen het kanton Tessin en het uiterste zuiden van het kanton Südbunden kunnen tot de Zuid-Alpen gerekend worden.
De zuidkant van de Alpen: Italië
Wanneer we praten over de zuidkant of de Zuid-Alpen, dan bedoelen we toch voornamelijk Italië en een aantal hierboven genoemde gebieden van Zwitserland en Oostenrijk. Het is duidelijk dat hier de meeste sneeuw valt bij fronten uit het zuiden. Dit gebeurt minder vaak, maar wanneer dit gebeurt dan valt er meestal ook veel sneeuw. Dit komt omdat de fronten boven de Middelandse zee veel vocht op doen en relatief gezien maar een korte weg hoeven af te leggen naar de Alpen. De zuidkant kent ook een noordföhn, welke optreedt bij noordelijke winden. Deze noordföhn is echter minder schadelijk dan de zuidföhn welke voorkomt aan de noordzijde.
De inneralpine gebieden
Het gedeelte dat wat dichter bij de Alpenhoofdkam ligt, wordt ook wel de inneralpine Alpen genoemd. Hier liggen de skigebieden wat centraler in de Alpen. Het voordeel voor de skigebieden die hier liggen is dat ze profiteren van sneeuw uit alle richtingen. Tevens zijn deze gebieden minder gevoelig voor de föhn. Nadeel is dat er vaak minder sneeuw valt, omdat de fronten meestal hun sneeuw al gedumpt hebben aan de noord- of zuidzijde. De Oostenrijkse Ötztaler Alpen (o.a. Sölden), Stubaier Alpen en de Zillertaler Alpen zijn voorbeelden voor de inneralpine Alpen. Voor Zwitserland is bijvoorbeeld Andermatt een inneralpine plaats en ook Wallis valt voor een groot gedeelte onder de inneralpine Alpen. Voordeel van deze gebieden is wel dat het hier niet alleen droger is, maar ook zonniger..
De West-Alpen: Frankrijk
De Alpenhoofdkam loopt in Frankrijk van noord naar zuid en volgt globaal de Frans-Italiaanse grens. Hier valt de meeste sneeuw bij fronten uit het westen. In onze Alpenweerberichten spreken we vaak over de westelijke noord- of zuidalpen. Zeg maar de Franse noordalpen of de Franse zuidalpen. De Franse noordalpen (Haute Savoie, Savoie en Isère) krijgen de meeste sneeuw bij fronten uit het noordwesten. De Franse zuidalpen (Hautes Alpes, Haute Provence en de Alpes Maritimes) krijgen de meeste sneeuw bij fronten uit het (zuid)westen.